Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want de wet [27]werkt toorn; want waar [28]geen wet is, [daar] is ook [29]geen overtreding. 27. Dat is, openbaart Gods toorn tegen de overtreding derzelve door hare dreigementen van straffen, en vermeerdert de zonde door de verkeerdheid van de natuur der mensen; hfdst.7 vs.8. 28. Namelijk noch in de natuur ingeschreven, noch van God gegeven, gelijk tevoren is bewezen. 29. Namelijk die bekend en gestraft kan worden.